Velomobielrijders

Wie zijn er onderweg met velomobilen?
Op deze pagina's worden velomobielrijders geïnterviewd.

Interview met Jürgen Eick

Jürgen Eick leverde talrijke bijdragen aan de Europese Velomobielseminars. Hij houdt zich bezig met de verkeersbeslissingen in zijn woonplaats Rüsselsheim en gebruikt zijn velomobiel als alledaags voertuig voor alle doelen. Bijzonder graag rijdt hij in zijn vakantie met zijn velomobiel veel reisverhalen worden daarover geschreven. Hier op de pagina's van velomobile.de is een exclusief verslag hierover te vinden. Het betreft een reis naar Zweden.

Hieronder volgt het interview met Jürgen Eick (JE) gevoerd door Joachim Fuchs (JF)

Hier verklaart Jürgen Eick meteen details op zijn velomobiel.

JF: Jürgen, je behoort tot de velomobielrijders van het eerst uur. Waar heb je je eerste velomobiel gezien?

JE: Op de IFMA 1988. Mijn zoon is op de stand van Leitra geweest een heeft informatie gevraagd. Ik bleef daar in het begin wat achteraf bij staan. De beslissing een velomobiel aan te schaffen is daarna echter snel gevallen. Een overweging was het afleggen van woon werk verkeer. Ik wilde niet meer met plastic zakjes om mijn voeten naar mijn werk toerijden in de regen. Zo kwam het dat we bij Carl-Georg Rasmussen in Denemarken meteen twee leitra's kochten, een voor mijn zoon, en een voor mij. Hij vroeg ons of wij de leitra's zelf wilden assambleren.

JF: Hoel lang duurt het om een Leitra in elkaar te zetten?

JE: Wij hebben 14 dagen vrij genomen. In deze periode wilden wij echter ook naar huis fietsen. Met de eigen leitra natuurlijk. Men kan een leitra ook sneller assambleren, maar zij hebben zo veel veranderd dat uiteindelijk weinig origineel meer was. De keuze om de leitra zelf in elkaar te zetten was een goede. Voor het begrip is het goed alle onderdelen een keer gezien te hebben. Is een keer onderweg een reparatie nodig weet je onmiddellijk wat er te doen is . Het is een gevoel van zekerheid, vooral wanneer men niet beroepsmatig met fietsen en hun constructie bezig is.

JF: Je bent daarna de hele rit van Kopenhagen naar Rüsselsheim gefietst?

JE: Ja, maar het was een spannende rit. Eenmaal ben ik met een wiel in een rails geraakt. De bladveren waren toen beschadigd. We hebben deze meteen bij Carl-Georg besteld en konden snel verder fietsen, niet in de laatste plaats omdat wij de Leitra in de constructie goed kenden. Nu deze terugreis alweer een tijd geleden is heb ik inmiddels wel weer wat meer aan ervaring opgedaan.

 JF: Zo te zeggen door de wol geverfde Velomobisten... Waarvoor gebruik je de velomobiel voornamelijk?

JE: Vooral voor het dagelijks woon werk verkeer. Later heb ik ook met mijn vrouw die ook een Leitra gekocht heeft veel vakanties met de velomobiel gemaakt. Je reist makkelijk, met minder problemen en nagenoeg ongehinderd door slecht weer.

Wij reden zolang als wij wilden. Men heeft in een velomobiel door het ontbreken van zadelpijn en andere ongemakken nagenoeg geen pauzes nodig. We hebben natuurlijk de toeristische punten bezocht, maar helemaal gepland hebben we de toer eigenlijk niet.

JF: Had je velomobiel verrassende eigenschappen?

JE: Ja, in beginsel heb ik het bovenstuk weggelaten. Later is me opgevallen dat ik deze bij meer en meer ritten wel gebruikte. Tot slot heb ik deze maar laten zitten, om altijd te gebruiken.Dit is een ervaring die veel velomobiel rijders hebben. In het begin kan niemand zich voorstellen dat het heel aangenaam kan zijn om in de zomer met een volledige stroomlijn te rijden. Wij hebben deze ervaring ook gedeeld met Carl-Georg. Maar veel ervaringen moeten de mensen zelf opdoen.

Interview met Thomas Wiedemeier

Het contact met Thomas Wiedemeier kwam tot stand toen ik een e-mail met de volgende tekst tegenkwam:

"Hallo, meteen had ik bedacht, ik moet eigenlijk een site over velomobielen gaan maken en zie, hier is hij!"

Dat maakte mij nieuwsgierig. Waarom zou men niet eenmaal over iemand schrijven die helemaal nog geen velomobilist is? Inmiddels heeft hij overigens zijn Quest besteld.

Het interview met Thomas Wiedemeier (TW) gevoerd door Joachim Fuchs (JF).

Het plaatje laat je zien op een ligfiets met gedeeltelijke stroomlijn. Dat kan toch snel worden veranderd?

 

JF: TW, Ik heb ook bij Jürgen Eick gevraagd, waar hij zijn eerste velomobiel gezien had. Ik wil dat ook aan jou vragen.

TW: Mijn eerste velomobiel heb ik in Paderborn gezien. Het was een aluminium alleweder, die toen als bouwpakket te verkrijgen was. Ik fietste altijd al met mijn fiets naar mijn werk en dacht, dat moet zwaar en langzaam rijden! Maar geenszins, de rijder heeft gelachend en groetend ingehaald…. Deze ervaring heeft mij beslist beïnvloed.

JF: Wat verwacht je van je velomobiel?

TW: Voornamelijk dat je droogblijft, maar ook dat je snel bent. Ik heb ook nagedacht over zelfbouw. Dit omdat velomobielen nu niet bepaald goedkoop zijn. Ook de overweging dat je met een velomobiel een fiets en auto bespaard heb ik lang gehad. Maar als enkele jaren voorbij zijn en de afstand woon werk is 25 kilometer lang heb ik de overweging maar weer opgepakt.

JF: En welke criteria moet een velomobiel daarbij vervullen?

TW: Voor mij was het duidelijk, ook de snelheid was belangrijk. Bij de dagelijkse 50 kilometers gaat zeer veel tijd door de reis verloren. Lang heb ik nagedacht of een tweewieler of een driewieler beter zou zijn. Iedere driewieler kan omvallen. Anderzijds is het handig de voeten op de pedalen te laten bij stoplichten. De bescherming tegen de elementen is natuurlijk ook belangrijk. Ik heb ervoor gekozen een driewieler met twee wielen voor te kopen. Daarmee kan ik dan eerst ervaring opdoen.

JF: Daarbij veel rijplezier en veilige kilometers!

Wilt u meer verhalen? Ik heb al enkele mensen in het vizier! Kijk af en toe hier en volg de ontwilkkelingen.

- Translated by Jack Dekker -